Evert Jan Rutgers is geboren op 19-11-1843 te Gendringen. Hij is een zoon van Adolph Jan Rutgers en Hendrina Vrieselder.
Evert Jan was werkzaam als knecht op het akkerbouw bedrijf in Gendringen van Berend (op de huwelijksakte geschreven als Berent) Groot Nibbelink, de vader van zijn vrouw Johanna Groot Nibbelink. Het huwelijk op 11-12-1867 was een ‘moetje’, waarvoor hij belijdenis heeft afgelegd (het boekje
‘oude gewoonten’ van H.W. Laman kwam te laat). Twee maanden later werd hun oudste dochter Berendina geboren.
Evert Jan trouwt op 11-12-1867 met Johanna Groot Nibbelink. De nakomelingen (met elk een eigen pagina):
- Berendina 18-02-1868
- Hendrik Jan 31-05-1871
- Hendrik 23-03-1874
- Hendrika 26-01-1876
- Hendrik Jan 05-02-1878
- Gerrit 26-07-1880
- Antjen 09-11-1885
Evert Jan en Johanna woonden op de Brokke (huisnummers: 328, C72 en Klein Bredenbroek 8), Brokkenstraat 10 in Breedenbroek. Na het overlijden van zijn vrouw trok hij bij zijn dochter Berendina in die op den Tol woonde en weduwe was.
Op 01-01-1920 leent hij een bedrag van hfl. 2.000 aan zijn kleinzoon Evert Jan Kraaijenbrink.
Er is een brief van 10 december 1923 van Evert Jan gericht aan zus en zwager. Dat kunnen zijn zus Willemina (overleden 14-05-1921) en zwager Manus Pennings (overleden 11-12-1905) niet zijn. Merk op hoe duidelijk en krachtig het handschrift nog is voor een 80-jarige. Bovendien geeft hij aan dat hij nog een beetje werken kan: hij heeft een kar voor B. Pennings getimmerd!
Evert Jan overlijdt op 21-04-1934 in Varsseveld (rouwadvertentie). Hij laat een zeer bescheiden vermogen achter.